5 januari 2024

Grootschalig onderzoek naar schoolmaaltijden

Het Ministerie van OCW heeft onderzoeksbureau KBA Nijmegen samen met de Wageningen University & Research (WUR ) opdracht gegeven om de ervaren effectiviteit en implementatie van het Programma Schoolmaaltijden te onderzoeken. De resultaten zijn positief. 

Het onderzoek bevestigt het positieve effect van schoolmaaltijden op kinderen en laat zien dat dat het programma naar grote tevredenheid is van scholen, docenten en ouders. Juist omdat het programma zo succesvol is gebleken, maken scholen en ouders zich grote zorgen over de vraag of het programma ook na dit jaar voortgezet zal worden. Daarnaast geven sommige scholen die maaltijden op school organiseren aan dat het zou helpen als een klein stukje van het budget ook gebruikt zou mogen worden voor personeelskosten.

Eten op school en boodschappenkaarten
Het Programma Schoolmaaltijden is een samenwerking tussen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het Jeugdeducatiefonds en het Rode Kruis. Het Jeugdeducatiefonds faciliteert scholen bij de organisatie van het eten op school en het Rode Kruis verzorgt boodschappenkaarten voor ouders. Inmiddels doen ca 1900 scholen mee, dat is ruim 1 op de 4 scholen. Zo’n 300.000 leerlingen krijgen een maaltijd op school of thuis via dit programma en hoeven niet met een lege broodtrommel naar school te komen.

Ouders en scholen positief
90% van de ouders en de docenten positief over maaltijden op school
Over de gehele linie wordt het programma door zowel scholen als ouders positief beoordeeld. Zo stelt 84% van de scholen dat de kinderen minder honger in de klas hebben en 79% dat het programma zorgt voor financiële verlichting voor gezinnen. Ook de effecten op gezond eten, de band tussen school en ouders en de sfeer in de klas is positief. Van de deelnemende scholen geeft 72% aan dat het programma geen effect heeft op effectieve onderwijstijd, 14% dat het een positief effect heeft, en slechts 7% een negatief effect. Ook geven scholen aan dat het samen eten voor sommige leerlingen een belangrijke leerervaring is.

Sander Schaap, verantwoordelijk voor Schoolmaaltijden bij het Jeugdeducatiefonds: “Dit onderzoek laat zien dat scholen en ouders heel blij zijn met het programma. Zij merken dat het echt helpt om te voorkomen dat kinderen met honger in de klas zitten. Wel zijn de zorgen bij scholen en ouders groot over de continuïteit van het programma, voor veel ouders zijn de maaltijden die hun kinderen op school aangeboden krijgen bittere noodzaak. We roepen de Tweede Kamer dan ook op zich ervoor in te zetten, dat ook na dit jaar gezinnen die het zwaar hebben op deze manier ondersteund blijven”.

Boodschappenkaart voor ouders
Zo’n tachtig procent van de deelnemende scholen staat positief tegenover het uitdelen van de boodschappenkaart door het Rode Kruis. Nicole van Batenburg, persvoorlichting Rode Kruis: “Weinig mensen ervaren problemen met de kaart. Ook denkt een meerderheid van de scholen (80%) dat ouders dit een goede zaak vinden. Volgens 78 procent van de ouders zouden geldzorgen structureel kunnen worden verminderd door het langer ontvangen van de boodschappenkaart. Zowel de uitvoerbaarheid als de belasting voor scholen lijkt heel weinig problemen op te leveren. Scholen geven aan dat er administratief weinig werk komt kijken bij de boodschappenkaart.

Knelpunten programma: tijdelijkheid en personeelskosten
Over het algemeen ervaren scholen niet veel knelpunten. Zij ervaren het vaakst knelpunten rondom de onzekerheid over de duur van het budget. De tijdelijkheid speelt bij een aantal scholen die niet meedoen ook een rol bij hun keuze om (vooralsnog) niet deel te nemen.
Daarnaast zou het scholen die zelf maaltijden organiseren enorm helpen als ze de conciërge of ondersteunend personeel wat extra uren zouden kunnen betalen, nu is er alleen ruimte voor een vrijwillligersvergoeding. Scholen die nu al deelnemen kunnen met een bijdrage in personeelskosten verder worden ontlast en het aanbod aan kinderen op scholen die meedoen kan vergroot worden.

Rapport en factsheet
De resultaten staan beschreven in deze factsheet en in een uitgebreid rapport op Rijksoverheid.nl.

Terug