1 juni 2024
“Kinderen schamen zich niet meer om een boterham te pakken”
Op de Rotterdamse basisschool IKC Nova krijgen alle leerlingen elke dag vers fruit en een lekkere lunch. Dat levert heel wat meer op dan volle magen alleen, zien medewerker ouderbetrokkenheid Marjolein van der Slikke en adjunct-directeur Sandra Berkhout.
Elke maandag is het een drukte van belang in de centrale ruimte van de school. Het eten en drinken voor de hele week wordt ’s ochtends gebracht en dus zijn de ‘boterhammenmoeders’ druk bezig om alles te sorteren en op te bergen. Ook bereiden ze de lunch van vandaag voor. “We hebben bewust gekozen voor lunch in plaats van ontbijt, zodat de moeders eerst de kinderen naar school kunnen brengen”, vertelt medewerker ouderbetrokkenheid Marjolein van der Slikke. Vandaag helpen er acht vrijwilligers mee. Ze smeren stapels boterhammen, doen fruit in bakken, snijden komkommers en maken wraps klaar. Een leerling komt samen met zijn juf voor de les al wat te eten halen. “Je merkt dat het meer bespreekbaar is geworden”, zegt Marjolein. “Leerkrachten vragen nu gewoon of een kind al heeft ontbeten. En kinderen schamen zich niet meer. Ze weten dat ze die boterham mogen komen pakken, want daar zijn ze voor.”
Pittige populatie, maar superleuk
IKC Nova heeft 340 leerlingen, van wie pakweg de helft regulier en de andere helft speciaal basisonderwijs volgt. De school staat in de wijk Ommoord, volgens Marjolein “een gemiddelde wijk in Rotterdam, niet per se arm of rijk”. Maar waar de andere buurtschool vooral witte leerlingen heeft met hoogopgeleide ouders en afkomstig uit de laagbouw, zitten op het IKC Nova kinderen van allerlei nationaliteiten, die veelal in de flats rond de school wonen. “Wij hebben veel meer leerlingen uit laag opgeleide eenoudergezinnen met financiële problemen. 74% van onze gezinnen zit op of onder de armoedegrens.” Adjunct-directeur Sandra Berkhout vult aan: “We hebben best een pittige populatie, maar het zijn wel superleuke kinderen. Elke dag is een nieuwe uitdaging, ook omdat we speciaal en regulier onderwijs bewust in een gebouw hebben. Want wij vinden: iedereen is gelijk. Niemand is gek, niemand is raar en niemand is dom.”
Voor alle kinderen
Om de twee maanden is er op school een kledingmarkt, er worden gratis tampons en maandverband verstrekt, er zijn naschoolse activiteiten zoals sportclinics en het wijkzorgteam is aanwezig op de locatie. Sinds november 2023 is IKC Nova ook aangesloten bij het Jeugdeducatiefonds. Ze gebruiken het extra geld onder andere voor schoolreisjes en het groep 8 kamp. Op initiatief van Marjolein deed de school al mee aan de Boterhammenbar, de voorloper van het Programma Schoolmaaltijden. “We doen dit voor alle leerlingen, en niet alleen voor de kinderen die met een lege maag naar school komen”, vertelt Marjolein. “Toen we begonnen, heb ik ouders gevraagd om te helpen. Ook heb ik contact gelegd met ondernemers. We zitten hier bij een klein winkelcentrum, dus ik probeer alles zoveel mogelijk lokaal in te kopen. Vanaf de start was er veel enthousiasme, zowel bij ouders als bij de kinderen.”
Elke vrijdag iets speciaals
“Sommige ouders kunnen het niet meer betalen”, vertellen vriendinnen Evie en Puck uit groep 7. “Ook bij ons in de klas zit een meisje dat ’s ochtends thuis niks eet. En vorig jaar hadden we een meisje in de klas dat nooit eten bij zich had, dus ik gaf haar meestal wat van mijn eten.” Nu hoeft dat niet meer, want de leerlingen krijgen elke dag vers fruit en een boterhammenlunch. Elke vrijdag is er iets speciaals: een donut, wafel of croissantje. Of een tosti, vertelt Jelano uit groep 7. “Wij kunnen in de klas punten sparen, bijvoorbeeld door goed te luisteren of te helpen. En als je 100 punten hebt of 200, mag je op vrijdag bijvoorbeeld een tosti maken.” Marjolein: “Daar kijken ze de hele week naar uit. We vinden gezond eten heel belangrijk, maar altijd alleen maar volkorenbrood en water is ook niet nodig.”
Genoeg energie
Als alle porties fruit en boterhammen in plastic dozen zitten, komen leerlingen helpen om het eten in de klassen af te leveren. De tweeling Fenna en Romy haalt het eten voor hun groep 4. De druiven van vandaag “vinden we alleen lekker als ze wat zoeter zijn.” Zij eten het liefst appel of banaan.
Sinds de school voor eten en drinken zorgt, hebben de leerlingen volgens Sandra in ieder geval genoeg energie om de dag door te komen. En hun concentratie is toegenomen. “Als je steeds bezig bent met ‘ik heb nog niet heb gegeten’ of ‘ik weet niet of ik straks wel wat krijg’, dan kan je niet tot leren komen. De instructie van de juf of meester gaat aan je voorbij, omdat je met andere dingen bezig bent.” “Ook is er meer saamhorigheid”, aldus Marjolein, “omdat iedereen in principe hetzelfde eet.” “Ja”, beaamt Sandra, “kinderen hoeven niet meer te vergelijken. Of zich schuldig te voelen als ze niets bij zich hebben.”
Oren en ogen
Nog een voordeel is dat de band met ouders is verbeterd. “Dankzij Marjolein krijgen we wat meer ouders binnen”, vertelt Sandra. “Ze kennen haar en weten dat zij kan helpen.” Dat vertrouwen is langzaam gegroeid. Ook de boterhammenmoeders spelen daarbij een rol. “Zij zijn een beetje de oren en ogen, op het plein, in de wijk. Zij kunnen andere moeders stimuleren de school binnen te stappen. Zij zeggen: Het geeft niet als je de taal niet spreekt, ik kan mee om te vertalen, of we kunnen iets anders regelen. Daardoor zien we dat er bij ouders een klein stukje schaamte wegvalt. Ze gaan elkaar helpen en elkaar stimuleren om te komen. En op een gegeven moment kom je erachter wat er achter de voordeur gebeurt. Ja, dat is wel mooi. Niet dat wat er achter de voordeur gebeurt, maar wel dat je het weet en actie kunt ondernemen.”
Vertrouwen
Sandra vertelt over een gezin waarbij “veel meer aan de hand bleek te zijn dan alleen die boterham die niet werd gegeten. Als je dan in een gesprek aangeeft dat je kunt helpen, als de ouder ons helpt door te vertellen wat het gezin nodig heeft, dan komt er van alles los. Dat er geen geld is voor de energierekening bijvoorbeeld, of voor brillen, fietsen of bedden. Schrijnend, maar wel fijn dat ze je zo vertrouwen dat ze dit vertellen.”
Ook de kinderen leren volgens Sandra dat er altijd iemand voor ze is die ze kunnen vertrouwen. “Ik denk dat zij meekrijgen dat ze er nooit alleen voor staan. En dat het niet erg is om hulp te vragen. Dat geeft kinderen een gevoel van, nou, ik mag er zijn. Ik ben net als iedereen belangrijk. Het maakt niet uit hoe ik eruitzie of wat ik bij me heb. Ik ben niet anders. Alle kinderen zijn hetzelfde.”